Komodo National Park

Het doel van onze reis is bereikt. We hebben Komodo varanen gezien! Ze leven (ongeveer 1200) op een paar eilanden, tussen Flores en Sumbawa. Alleen met een boot kan je het National Komodo Park bezoeken. We kozen ervoor om een langzame boot te nemen die gedurende twee dagen langs koraalriffen voer, uitzichtpunten en de Komodoeilanden aandeed. Het is een heel droge streek, met veel kleine eilanden waarvan sommige alleen rotsen. Het regent er bijna nooit. Toch werden we ‘s middags opgeschrikt door felle regens, bliksemschichten en hoge golven. Een van de scheepsschroeven begaf het en de kapitein kon niet meer doen dan het schip min of meer dwars op de golven te leggen. Net toen we ons afvroegen waar de reddingsvesten lagen, zwakte de bui af. Het was de eerste regen in drie maanden! Een paar uur later bij zonsondergang en een rode lucht zagen we tienduizenden vleermuizen overvliegen op zoek naar voedsel. Een magisch gezicht. 

Op het heetst van de dag bezochten we de volgende dag Komodo National Park. Gidsen leidden ons over een vaste route (3 km.) over een heel klein deel van het eiland. Zij weten precies waar de Komodo’s zich bevinden. Komodo’s kunnen snel lopen, maar houden ook erg van liggen en luieren. Er leven ook wilde zwijnen en herten op de eilanden. De varanen bijten hun prooi

, wachten tot hun slachtoffer bezweken is aan hun wond (de beet van varanen bevat bacteriën die de wond infecteren) en eten dan het kadaver op. We zagen 4 varanen, waarvan een vrouwtje op haar nest. 

Het was een geweldige ervaring.